De drie biggetjes reizen door de wereld op zoek naar een plek om een huis te bouwen. Uiteindelijk vonden de varkens een geschikte plek voor zichzelf. De een bouwde het van stro, de ander van hout en de derde van de hardste stenen. Toen de huizen klaar waren, verscheen er een boze wolf in het gebied, hij wilde de varkens opeten. De een zocht zijn toevlucht in een strohut, maar de boze wolf maakte het helemaal kapot. Daarna vluchten de biggetjes naar het houten huis maar ook dat huisje werd door de wolf helemaal kapot gemaakt. Beide varkens ontsnapten naar het derde varken en alle drie zochten ze hun toevlucht in haar bakstenen huis. De wolf wilde het vernietigen zoals de vorige, het bakstenen huis ging niet kapot. Sindsdien wonen de varkens samen in een stenen huis.